Er is erg weinig onderzoek gedaan naar de behandeling van bloeddruk, het cholesterol en de diabetes zelf bij ouderen met diabetes mellitus type 2 (DM2). We hebben gekeken naar de voorspellende waarde van deze variabelen op het sterfterisico bij 75-plussers. Juist deze groep wordt vaak uitgesloten bij wetenschappelijk onderzoek, terwijl dit wel de groep is die in de praktijk het vaakst worden behandeld met deze medicijnen.
Uit ons onderzoek ik gebleken is gebleken dat in de totale groep ouderen het cholesterol [klik voor publicatie] en het HbA1c [klik voor samenvatting] weinig voorspellend zijn voor het sterfterisico. Voor patiënten met een korte diabetesduur bleek het HbA1c overigens wel voorspellende waarde te hebben.
De meeste interessante resultaten werden gezien voor de bloeddruk [klik voor publicatie]: een hogere bloeddruk bleek gerelateerd te zijn aan een lager risico van overlijden.
Hierboven lieten we zien dat bij ouderen met diabetes mellitus type 2 (DM2) een hogere bloeddruk gerelateerd is aan minder sterfte. Het doel van een vervolgstudie was om te kijken of de mate van kwetsbaarheid ook van invloed was op deze relatie. Wat bleek? Bij vitale 65-plussers bleek de relatie te zijn zoals we die kennen: een hogere bloeddruk is gerelateerd aan meer sterfte. Bij de minder vitale 60-plussers (bij patiënten met DM2 de overgrote meerderheid) bleek de bloeddruk niet voorspellend voor sterfte, of juist voor minder sterfte. Kortom, op basis van deze studie lijkt het vooral zin te hebben om de bloeddruk te behandelen bij vitale patiënten met DM2.
Een verminderde nierfunctie is een voorspeller van sterfte bij patiënten met diabetes mellitus type 2. Een licht verminderde nierfunctie bij ouderen wordt echter vaak gezien en wordt door sommigen als een normaal verouderingsverschijnsel gezien. Wij hebben onderzocht of een licht verminderde nierfunctie ook gerelateerd is aan een verhoogd sterfterisico. Wat bleek? Bij patiënten van 65-75 jaar bleek een licht verminderde nierfunctie wel voorspellend voor meer sterfte, maar dit effect werd niet waargenomen bij oudere patiënten van 75 jaar en ouder. Deze bevindingen bevestigen de gedachte dat een licht verminderde nierfunctie bij ouderen als een fysiologisch verschijnsel gezien kan worden, of in ieder geval dat het gepaard gaat met weinig consequenties.